e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
te lood afzagen afsnuiten: āfšnø̜jtǝ (Posterholt) Het te lood afwerken van de voorkant van de trappeboom ter hoogte van de eerste trede. [N 55, 89c] II-9
te nat knets: knɛtš (Posterholt) Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.] II-1
te ver doorschuren uitschuren: ūtšūrǝ (Posterholt) Te veel hout wegschuren zodat er ofwel een gat in het fineerhout ontstaat, ofwel witte vlekken gevormd worden in massief hout. [N 53, 155b] II-12
teelballen kloten: kloote (Posterholt), zak: Gemeen.  zak (Posterholt), zakje: Schertsend.  zèkske (Posterholt) [N 10c (1995)]geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)] III-1-1
teelballen, testes kloten: klōtǝ (Posterholt) [JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38] I-9
teellid schacht: šax (Posterholt) Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b] I-9
teen teen: teejn (Posterholt), tièn (Posterholt), tiènn (Posterholt) teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)] III-1-1
teenstuk teenstuk: tiǝnštø̜k (Posterholt) Reparatielapje onder de schoenzool, aan de teen. [N 60, 233d] II-10
teenstuk [wld ii.10, p. 60] teenstuk: tiënsjtök (Posterholt) Het lapje onder de schoenzool, aan de teen (teenstuk, stootlap, stuitstuk) [N 60 (1973)] III-1-3
tegen de bal schoppen schoppen: sjøͅpə (Posterholt) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2