23855 |
vereniging die de processiepaaltjes plaatst |
buurt:
de buurt (L387p Posterholt)
|
De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
30596 |
verf |
verf:
ve.rǝf (L387p Posterholt),
vɛrǝf (L387p Posterholt)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
fronselen:
frunsele (L387p Posterholt)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25902 |
vergaarbak |
bode:
bǭm (L387p Posterholt)
|
De vergaarbak onder de perskuip. Zie afb. 18 en afb. 21. [N 57, 15]
II-2
|
25904 |
vergaarkuip |
broeiton:
brø̄jtǫn (L387p Posterholt)
|
De soms van hout vervaardigde vergaarkuip voor het opvangen van het sap. [N 57, 18]
II-2
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergadere (L387p Posterholt)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
WLD
vergeet me nietje (L387p Posterholt)
|
Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergéétechtig (L387p Posterholt)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19250 |
vergeetachtig persoon |
vergeetachtige:
vergéétechtige (L387p Posterholt)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19597 |
vergiet |
doorslag:
doorschlaag (L387p Posterholt)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|