e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse paal met draad veken: vīǝkǝ (Puth) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse plankbrug vonder: vonder (Puth, ... ) vlonder (vonder) [SGV (1914)] III-3-1
losse zak onder de rok buidel: būūl (Puth) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
luchtpijpen luchtpijpen: loechpiepe (Puth) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: lŏch (Puth) lucht [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegel: sjwegel (Puth), sjwiēēgel (Puth) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] || lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui vuil: vōēl (Puth) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: luu (Puth), luuj (Puth) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] III-3-1
luid schreien krijten: krijte (Puth) krijten [SGV (1914)] III-1-4
luiden luiden: loewe (Puth) luiden [SGV (1914)] III-3-3