e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raden raden: rao (Puth, ... ), raoje (Puth) raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4, III-3-2
rafel rafel: ruffele (Puth) Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)] III-1-3
rafelen rafelen: ruffele (Puth), ruffelen: røfǝlǝ (Puth) rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenkop: sjpènnekop (Puth), sjpénnekop (Puth), špenəkoͅp (Puth) borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || raagbol [SGV (1914)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
ramen lappen ruiten wassen: roete wesje (Puth) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammelaar (Puth) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1
rammelkar hoddelkar: hǫdǝlkęr (Puth) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rand van een hoed boord: bôôrd (Puth), rand: randj (Puth) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank rank: rank (Puth), reng (mv.): reng (Puth) rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] III-4-3
ranken van de wingerd ranken: reng (Puth) [SGV (1914)] I-7