32839 |
mestplakken verspreiden |
flatten spreiden:
flatǝ špręi̯ǝ (Q032a Puth)
|
De koemestplakken in de wei met een riek of schop uit elkaar slaan, om te voorkomen dat er zich op die plekken schitbossen vormen. [NM, 8b; N 11A, 40b; div.; monogr.]
I-2
|
33408 |
mestplank onder de zitstokken |
bred:
brē̜ ̞t (Q032a Puth),
mestbred:
męsbrē̜ ̞t (Q032a Puth)
|
De plank onder de zitplaats van de kippen die dient om de mest op te vangen. In L 245, P 51,174, 222, Q 9, 77, 88, 93 en 118 kende men een dergelijke voorziening niet; daar vielen de uitwerpselen gewoon op de vloer. [N 5A, 63b; A 48, 16g]
I-6
|
33622 |
mestvaalt |
mestem:
mèstem (Q032a Puth),
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
mestem (Q032a Puth),
mestpoel:
mèspool (Q032a Puth)
|
[SGV (1914)]mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)]
I-7
|
34453 |
met de horens stoten, gezegd van de bok |
knotsen:
knutšǝ (Q032a Puth)
|
[N 19, 75]
I-12
|
34625 |
met de kar achteruit rijden |
terugstoten:
trøkštōǝtǝ (Q032a Puth)
|
Voor de voermansroep om het paard achteruit te doen gaan, zie wld I.10 onder het lemma achteruit. [N 17, 95 + 99]
I-13
|
34623 |
met de kar rijden, iets vervoeren |
varen:
vārǝ (Q032a Puth)
|
Dit lemma vormt een aanvulling van het lemma met paard en kar rijden in wld I.10. Alleen de opgaven voor de plaatsen waarvoor in WLD I.10 geen materiaal voorhanden was, zijn hier opgenomen. De kaart combineert de gegevens van beide lemmata. [N 17, 94; RND 97; monogr.]
I-13
|
33863 |
met de poten dicht bijeen staan |
(een) enge stand hebben:
ęŋǝ štantj (Q032a Puth)
|
[N 8, 78a en 78b]
I-9
|
33862 |
met de poten te ver uit elkaar staan |
wijde stand:
wīi̯ǝ štantj (Q032a Puth)
|
[N 8, 78b]
I-9
|
33176 |
met de schop poten, kuiltjes maken |
poten:
[poten] (Q032a Puth)
|
Het poten met de hand, in tegenstelling tot het poten met de ploeg, bestaat eigenlijk uit drie handelingen: (a) het graven van een kuiltje met de schop ofwel het steken van een gat in de grond met de kruk; (b) het gooien van een pootaardappel in dat kuiltje; en (c) het weer dichtmaken van het gat. In de vragenlijst zijn de handelingen (a) en (b) apart afgevraagd; maar soms hebben de zegslieden toch met één algemene term geantwoord. Deze algemene termen voor poten staan achter in het lemma bijeen; voor de fonetische documentatie daarvan zij verwezen naar het lemma Poten. [N 12, 14 en 15; monogr.]
I-5
|
33855 |
met de voorpoten harkend over de grond krabben |
klauwen:
klau̯ǝ (Q032a Puth)
|
Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74]
I-9
|