34633 |
te licht in de rug |
te locht in de rug:
tǝ lux˱ en dǝ rø̜k (Q032a Puth)
|
Als men teveel achteraan in de kar laadt, kan het paard de kar moeilijker trekken, omdat door het gewicht van de lading de bruikriem omhoogdrukt. Hierdoor kan de kar de neiging hebben om te wippen (zie ook voor het lemma de kar wipt. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
24385 |
teek |
teek:
teek (Q032a Puth)
|
teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)]
III-4-2
|
17715 |
teelballen |
kloten:
klôôte (Q032a Puth)
|
[N 10c (1961)]
III-1-1
|
33793 |
teelballen, testes |
kloten:
klōǝtǝ (Q032a Puth)
|
[JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38]
I-9
|
33791 |
teellid |
schacht:
šāx (Q032a Puth)
|
Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b]
I-9
|
17680 |
teen |
teen:
teen (Q032a Puth),
te͂n (Q032a Puth),
te͂ne (Q032a Puth),
tèn (Q032a Puth)
|
teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
33850 |
tegelijkertijd galopperen en draven |
klabieteren:
klabitǝrǝ (Q032a Puth)
|
Gelijktijdig galopperen en draven, bijv. met de voorpoten galopperen en met de achterbenen draven, ofwel afwisselend draven en galopperen. De correspondenten kennen hiervoor weinig specifieke woorden: enkel fetteren en springen. Er komen wel een aantal klanknabootsende woorden voor in de betekenis "snel, wild lopen". [N 8, 20, 81c en 81e]
I-9
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (Q032a Puth)
|
telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
17632 |
tepel |
deem:
dē̜m (Q032a Puth),
wrattel:
vrattele (Q032a Puth)
|
borsttepels [N 10c (1961)] || Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40]
I-9, III-1-1
|
34452 |
tepel van een geit |
deem:
dēm (Q032a Puth)
|
[L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.]
I-12
|