e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd stijf: sjtīē:f v.d. kaw (Puth) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkoper verkoper: verkuiper (Puth) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden (het heeft de) koorts: kǫts (Puth), verkoud: ich bèn verkaud (Puth), versnopt: verchnoept (Puth) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Lichte verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] I-9, III-1-2
verkoudheid flinke kou: flinke kauw (Puth), kou: chwoar kauw (Puth), flinke kauw (Puth), ich höb ein kauw te pakke (Puth), verkoudheid: ich höb mich ein verkaudheid opgeloupe (Puth), zware kou: chwoar kauw (Puth) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] III-1-2
verkwanselen versjacheren: versjachere (Puth) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afslaan: aafsjlôô(n) (Puth) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen beschaamd: besjéémt (Puth), Zo wordt het ook wel genoemd.  besjaem (Puth), besjaemt (Puth), bleu: blêû (Puth, ... ), blûû (Puth), schuw: sjūūje (Puth), verlegen: verlîêge (Puth) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verliezen: verleeze (Puth, ... ), verleze (Puth, ... ) verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen vernielen: vernele (Puth) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
versierde schouderdoek pelerinetje (<fr.): pellerienke (Puth, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3