e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

Gevonden: 3120
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderx hommel: hommel (Puth), hómmel (Puth) donder [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
donker worden, duisteren avond worden: ⁄t wurd aovend (Puth), duister worden: ⁄t wurd duuster (Puth) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Puth, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dood (bn.) dood: doid (Puth), doàd (Puth) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] III-2-2
doodskist zerk: zerk (Puth, ... ) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: doodshemd (Puth), dôôdshumme (Puth), doodskleder: dôôdskleijer (Puth), doodsmantel: ongehuwden met blauw lint; gehuwden met zwart lint  doodsmantel (Puth), pyjama: pyama (Puth) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] III-2-2
doof doof: douf (Puth) doof [SGV (1914)] III-1-1
doofpot amerenpot: aomerepot (Puth) pot, gegoten, van ijzer, waarin men het houtskool koud laat worden (aomerepot, kriekepot, smoorpot) [N 20 (zj)] III-2-1
dooien dooien: doie (Puth), t slaakt]: ⁄t waer gēīt aaf (Puth) dooien [SGV (1914)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
doop doop: doup (Puth) doop [SGV (1914)] III-3-3