19935 |
schuur |
schuur:
š˙yr (Q263p Raeren)
|
Het apart staande of aan de stallen vastgebouwde bedrijfsgebouw, waarin de oogst geborgen wordt, ook dienend om in te dorsen en, vooral bij kleinere boerderijen, ook om landbouwwerktuigen te bergen. De voornaamste gelijkvloerse delen van de schuur zijn de dorsvloer en de tasruimte(n) naast de dorsvloer. Boven de dorsvloer bevindt zich veelal een balkenzolder. Zie afbeelding 12. [N 5A, 66a; JG 1a en 1b; A 11, 4; L 12, 1; S 32 en 50; Wi 15; Gi 2.I, 20; monogr.; add. uit N 5A, 71a en 71c]
I-6
|
19778 |
sering |
groffelsnagel:
2x
groffe(l)(s)nagel (Q263p Raeren),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
jroffelsnarel (Q263p Raeren)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
17870 |
slaan |
houwen:
sjwadzən blōu jəhōwə (Q263p Raeren)
|
bont en blauw geslagen [RND]
III-1-2
|
24535 |
sleutelbloem |
pompensleutel:
pompəšløəsəl (Q263p Raeren),
primula:
primələ (Q263p Raeren)
|
sleutelbloem (tekening, beschrijving vh uiterlijk) [Lk 03 (1953)] || sleutelbloem, kweekplant (primula) [Lk 03 (1953)]
III-4-3
|
25191 |
sneeuwx |
sneeuw:
sjnîe (Q263p Raeren)
|
sneeuw [RND]
III-4-4
|
21287 |
soldaat |
soldaat:
suldo:t (Q263p Raeren)
|
soldaat [RND]
III-3-1
|
21289 |
soldaten |
soldaten:
suldo:tə (Q263p Raeren)
|
soldaten [RND]
III-3-1
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spijen:
ṣpøjə (Q263p Raeren)
|
(speeksel uit)spuwen [RND]
III-1-1
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dēm (Q263p Raeren)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
24379 |
spin |
spin:
špen (Q263p Raeren)
|
spin [RND]
III-4-2
|