24664 |
dovenetel (alg.) |
tam broedsel:
toam brutšəl (Q263p Raeren)
|
dovenetel [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
33296 |
dovenetel (algemeen) |
tam broedsel:
tsam brutšǝl (Q263p Raeren)
|
Lamium L. Dit plantengeslacht, dat van 10 to 60 cm hoog kan worden, lijkt nogal op de brandnetel met dezelfde soort grofgezaagde bladeren, die overigens géén brandend gevoel veroorzaken, en ook met in bosjes tegen de stengel groeiende bloemen. Deze bloemen zijn evenwel veel groter, gekleurd en lipvormig. Verschillende soorten van dit onkruid komen vrij algemeen voor en worden in de praktijk amper van elkaar onderscheiden. De bekendste zijn wel de witte en de paarse dovenetel die hieronder in een apart lemma worden behandeld. In dit lemma staan de algemene benamingen bijeen. [N 37, 16a; A 60A, 75; L 1, a-m; L 1u, 39; L B2, 334a; L 15, 3; S 7; monogr.]
I-5
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
vamen:
vaam (Q263p Raeren)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
17806 |
dragen |
dragen:
dra:gə (Q263p Raeren)
|
dragen [ZND m]
III-1-2
|
22655 |
drijftol |
knool:
knoͅwəl (Q263p Raeren),
Für Kerkrade, Simpelveld, Vijlen, Vaals, Kelmis, Montzen, Welkenraad, Eijnatten, Raeren, Aachen, Kohlscheid, Herzogenrath, Münsterbusch und Schleckheim (knoor) belegten wir karnool, knool, knoor, knouël. Die von Müller-Weitz und Rovenhagen angeführten Formen knöulche, knoielche, Plur. knöuelcher Frucht der Kornelkirsche weisen uns hier den Weg zur Erklärung. Die Kreisel wurden, wie uns ein sechzigjähriger Kerkrader mitteilte, früher vielfach aus Kornelholz geschnitzt. Um das Brummgeräusch zu verstärken, machten die Jungen mehrere Einkerbungen im Holz. Die betreffenden Formen liessen sich leicht erklären aus franz. corniole Kornelkirsche, das über karniool, kernool, krnool zu knool, und durch Diphthongierung zu knouël wurde.
knouël (Q263p Raeren)
|
Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Kreisel (Peitschkreisel).
III-3-2
|
20499 |
drinken |
drinken:
dreŋkə (Q263p Raeren)
|
drinken [ZND m]
III-2-3
|
19574 |
drinkglas |
glas:
jlās (Q263p Raeren),
halfje:
1/2 liter
høͅfjə (Q263p Raeren),
maatje:
1/8 liter
mø̄sjə (Q263p Raeren),
pint:
1/4 liter
pē.ŋk (Q263p Raeren)
|
drinkglas [RND]
III-2-1
|
25128 |
droog weer |
droog:
drŭŭj (Q263p Raeren)
|
droog [RND]
III-4-4
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
nais (Q263p Raeren)
|
nat
III-4-4
|
19310 |
durven |
dorren:
In den zin van dürfen.
døͅəžə (Q263p Raeren)
|
durven [ZND m]
III-1-4
|