e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wasgoed (de) strijk: (strijk).  de strieck (Rekem), bontgoed: bont˃gōt (Rekem), lijnwaad: (ook vuile was).  lievend (Rekem) Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] || wasgoed [ZND m] III-2-1
waslokaal badlokaal: badlokaal (Rekem  [(Zwartberg)]   [Oranje-Nassau I]), douche: douche (Rekem  [(Eisden)]   [Emma, Maurits]) Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71] II-5
wasvrouw wasvrouw: was˃vroͅu̯ (Rekem) wasvrouw [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
waterblaas waterblaas: wātǝrblǫǝs (Rekem) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdamp, wasem damp: dāmp (Rekem), dààmp (Rekem), zwadem: zwāi̯əm (Rekem) damp [ZND 33 (1940)] || Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)] III-2-1
waterdorpel steen: stęjn (Rekem), vensterdorpel: venstǝrdø̜lǝpǝr (Rekem), venstǝrdǫrpǝl (Rekem) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
watergalerij waterkelder: waterkelder (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Eisden]) Galerij die alleen dient voor het verzamelen, volgens de invuller uit Q 113 daarnaast ook voor de afvoer van mijnwater als uitbreiding van de schachtput (zie ook het lemma Schachtput). [N 95, 378; monogr.] II-5
waterhoen duikeendje: IPA, omgesp.  dy(3)̄ək˂ēͅəntšə (Rekem) waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
waterige kost braggel: bràgəl (Rekem) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterketel, moor moor: muər (Rekem) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] III-2-1