e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstel borstel: bōͅrstəl (Rekem) borstel [ZND 01 (1922)] III-2-1
borstel waarmee het brood wordt gewassen platte borstel: platte borstel (Rekem) Vraag N 29, 51 luidde: "Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?" Op grond van deze vraagstelling kwam er een aantal opgaven dat duidde op een werktuig. Deze opgaven zijn in dit lemma opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''netborstel''. [N 29, 51] II-1
borstelig haar brosje: broske (Rekem) Borstelig haar (stekelhaar, pinhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
borstkas borst: bors (Rekem), ich hêb ein kaaw op te borst (Rekem) borst [ZND 01 (1922)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstriem borstleer: bǫrslē̜r (Rekem) I-10
borstrok borstrok: boͅrsroͅk (Rekem) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld broche (fr.): broͅš (Rekem) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezel: bozəl (Rekem) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borstvliesontsteking fleuris: fl"rəs (Rekem) pleuris [ZND 05 (1924)] III-1-2
borstzak(je) pochetje (<fr.): poͅšeͅtšə (Rekem) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3