e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorring oorbel: oe(èr)bel (Rekem), ’n paar oerbelle (Rekem) een paar oorringen [ZND 40 (1942)] || Oorring. Zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 114 (2002)] III-1-3
oorvormig handvat oor: ôêr (Rekem) Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)] III-2-1
oorworm oorworm: fon. var. van "oorworm"niet overgenomen  oorworm (Rekem) oorworm [ZND 34 (1940)] III-4-2
op bedevaart gaan bedevaart gaan: bɛ̄vərt chōͅn (Rekem), bedevaarten: bɛ̄vərtə (Rekem), op bedevaart gaan: vèr gon op bedevaart (Rekem) Bedevaren. [ZND 01 (1922)] || We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3
op de juiste temperatuur vaardig: vē̜rdǝx (Rekem) Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.] II-1
op de loop gaan op de loop gaan: op tə loejp chōͅn (Rekem), op(t)ə loejp chōͅn (Rekem) op de loop gaan [ZND 30 (1939)] || op den loop gaan [ZND 01 (1922)] III-1-2
op de markt verkopen markten: ps. omgespeld volgens Frings.  mēͅərtə (Rekem) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1
op de schouder zitten krommenek zitten: krōēmenak (Rekem), op de pokkel zitten: op de pookkel zitten (Rekem) Op de rug zitten (poekelen, op de poekel/kraomejak zitten). [N 109 (2001)] III-1-2
op de tenen lopen tippelen: tippelen (Rekem, ... ) Op zijn tenen lopen (trippelen). [N 109 (2001)] III-1-2
op de wagen tassen ringen: reŋǝ (Rekem) Het tassen van de schoven op de hoogkar. Zie de toelichting bij het vorige lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In het gebied waarvan de opgaven van dit lemma afkomstig zijn, is het kennelijk gebruikelijk de schoven rondom in de wagen, in de vorm van een ring, te leggen. [JG 1a; add. uit JG 1b en 2c] I-4