28234 |
toevoergalerij |
kop:
kop (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Eisden])
|
Galerij die in hoofdzaak wordt gebruikt voor de aanvoer van materiaal. De woordtypen "kopstrek" (Q 117a, 121c), "kopvoie" (K 361), "kopgalerij" (L 417), "kop" (Q 12) en "kopbouveau" (L 286) duiden erop dat de toevoergalerij zich aan het boveneinde van de pijler bevindt. Het woordtype "H.T." (L 265, Q 33) is een afkorting voor "houttoevoer". [N 95, 373; monogr.; N 95, 280 add.]
II-5
|
19663 |
toilet |
huisje:
(h)yskə (Q012p Rekem),
ūskə (Q012p Rekem)
|
gemak (w.c.) [ZND 12 (1926)] || wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
17859 |
tollen |
draaien wie een kokkerel:
drèje wij eine koekerel (Q012p Rekem),
ronddraaien:
ronddraaien (Q012p Rekem)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33594 |
tomaat |
tomaat:
tomat (Q012p Rekem),
tomatə (Q012p Rekem)
|
[ZND 34 (1940)]tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
17727 |
tonen |
laten kijken:
loate kieke (Q012p Rekem),
tonen:
tonen (Q012p Rekem)
|
Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
z`n toong es aangelaaien (Q012p Rekem),
zen tong is voel (Q012p Rekem),
zən toŋ ɛs (ān)gəlājə (Q012p Rekem)
|
Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
24256 |
torenvalk |
valk:
vallek (Q012p Rekem)
|
valk [Willems (1885)]
III-4-1
|
22025 |
tortelduif |
lachduif:
IPA, omgesp.
laxduf (Q012p Rekem),
tortelduif:
toͅrtəlduf (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
tortel: turkse ~ (28 nieuwe soort voor Brabant, nu meest nog in het oosten; net een grote tamme Oostindische tortel; hele jaar hier; vaak in troepen bij graanhandel, vaak op televisiemasten; alleen bij woningen, nooit in het bos; roep [roe-kóé-koe] en g [N 09 (1961)] || tortelduif [ZND 08 (1925)] || Tortelduif. [ZND 08 (1925)]
III-3-2, III-4-1
|
19852 |
tralie |
tralie:
trālei̯ (Q012p Rekem)
|
een ijzeren tralie [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
17731 |
tranende ogen |
loopsogen:
loejpžowch (Q012p Rekem)
|
leepoog [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|