e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
transportband, bandtransporteur riem: rēm (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Domaniale]) Band zonder einde die tussen twee keerrollen en over een aantal draagrollen loopt. De band dient voor het transport van kolen of stenen en in sommige gevallen ook voor het vervoer van personen. Het woordtype "meco" van de respondenten uit L 417 en Q 3 duidt op de naam van de firma die de banden fabriceert (Defoin pag. 92). [N 95, 635; Vwo 89; Vwo 661; Vwo 788] II-5
trant gang: gaank (Rekem), gānk (Rekem) Wijze van gaan (gank, loop, trant) [N 108 (2001)] III-1-2
trap trap: trap (Rekem, ... ), tràp (Rekem) Elk der boven elkaar gelegen en terugwijkende opstapjes die samen een trap in een huis vormen, waarlangs men naar een andere verdieping kan gaan (trede,tree,trap) [N 79 (1979)] || trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
trapleuning leen: lēǝn (Rekem), leun: lø̜̄n (Rekem), leuning: lø̜̄nǝŋ (Rekem) Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.] II-9
trappelen trampelen: trampele (Rekem), trappelen: trappelen (Rekem) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen) [N 108 (2001)] III-1-2
traproede trapijzer: tràpīēzər (Rekem) Elk van de houten of metalen staven die een traploper op zijn plaaats houden (roe, lat) [N 79 (1979)] III-2-1
trechter trechter: trɛxtər (Rekem) trechter [ZND 08 (1925)] III-2-1
trechter op de gierton kaar: kā.r (Rekem) In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
treingeleider chef personnel: chef personnel (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Eisden]) De man die ondergronds verantwoordelijk is voor de goede gang van zaken bij het vervoer van personeel door middel van personentreinen. Uit de opgave "chef porion" uit L 286 voor de mijn van Eisden blijkt dat deze daar ook de functie van treingeleider vervult. [N 95, 715] II-5
treiteren chagrijneren: šaŋərənērə (Rekem), de duvel aandoen: dən dy(3)̄vəl āndōn (Rekem), de duvel doen: emend den duvel doən zeen (Rekem), jensen: eine jense (Rekem), koeioneren: emend koejeneeren (Rekem), plagen: eine plaoge (Rekem), emend ploͅəgə (Rekem), treiteren: eine trètere (Rekem) Iemand kwellen, plagen (geef gelijkbetekenende woorden op). [ZND 29 (1938)] || kwellen [ZND 01 (1922)] III-1-4