e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarzelen saaielen: sājələ (Rekem), cf. Schuermans p. 565 s.v. "saaielen"(L im.) id. als in Bra. sammelen, semmelen  sajələ (Rekem) aarzelen [ZND 01 (1922)] III-1-4
aas in het kaartspel aas: hartəm (h)ōs (Rekem), rutən ōͅs (Rekem), šöpən aos (Rekem, ... ), aast: aoste (Rekem), haas: meervoud haoste  haos (Rekem), haast: haoste (Rekem) Aas (kaartspel). [ZND 01 (1922)] || Aas: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Aas: ruiten aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Aas: schoppen aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] || Ik heb de vier azen. [ZND 19A (1936)] || Schoppen: schoppen aas (kaartspel). [ZND 06 (1924)] III-3-2
abuis abuis: ook materiaal znd 19a,6  abys (Rekem), əbys (Rekem) abuis [ZND 01 (1922)] III-1-4
achterdocht achterdocht: əch aw gɛjn achtərdoch (Rekem), ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  axtərdoͅx (Rekem, ... ), gedacht: dao haaw ich gei gedach aan (Rekem), ook materiaal van vr.lijst 32, vr. 44  gei gedach aan (Rekem) achterdocht [ZND 01 (1922)] || ik had geen achterdocht (ik vermoedde geen kwaad) [ZND 32 (1939)] III-1-4
achtereen, na elkaar achtereen: ps. boven de @ moet nog een dakje (^) en een ´ staan!  axtəreͅjn (Rekem) achtereen [ZND m] III-4-4
achterhaam achterhaam: axtǝrām (Rekem) Samenstel van riemen dat op het achterwerk van het paard wordt gelegd en dient om de kar achteruit te stoten. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 74; monogr.] I-10
achterhoofd achterkop: achterkop (Rekem) Achterhoofd (achterkop, bol(les)). [N 109 (2001)] III-1-1
achterklauw vers: vē̜ǝrs (Rekem) Achterste deel van de hoef. [N 3A, 119c] I-11
achterknie hees: īǝs (Rekem) Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12] I-9
achterste achterste: aechtərstə (Rekem), kont: kont (Rekem), vot: vot (Rekem) achterste [ZND 01 (1922)] III-1-1