e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemaskerd persoon hoerae: hurē (Rekem), hurēͅ (Rekem), urē (Rekem), ənən úre (Rekem), verklede: verkleide (Rekem) Een gemaskerd persoon. [ZND B1 (1940sq)] || Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] || Maskeraad (gemaskerd persoon). [ZND 01 (1922)] III-3-2
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemein (Rekem), gəmɛjn (Rekem), xəmɛjn (Rekem) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gemeinte (Rekem, ... ), gəmɛjndə (Rekem, ... ), gəmɛjntə (Rekem) gemeente [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gemeintenhoes (Rekem, ... ), gəmɛjndənūs (Rekem), Xəmɛjndənūs (Rekem), Onder invloed van het Nederlands.  gəmɛjntənūs (Rekem), Tegenwoordig  gəmɛjndənūs (Rekem), raadhuis: rōͅtūs (Rekem), raadshuis: rōͅtsūs (Rekem), Ouderen.  rōͅtsūs (Rekem) gemeentehuis [ZND 12 (1926)], [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemene vrouw kwaad wijf: dad ɛz ə kuət wīf (Rekem), venijn: tɛz ə fənīn (Rekem) Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] III-1-4
gemok gemonk: gəmoŋk (Rekem) gemok [ZND 01 (1922)] III-1-4
genezen genezen: genêëze (Rekem) genezen [ZND m] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed pachtgoed: pax˲gōt (Rekem) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepenseneerd (Rekem) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier prijsduur: prī.sdø̄ǝr (Rekem), prijsstier: prī.sstīǝr (Rekem) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11