e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(blijven) plakken (blijven) plekken: plekke (Reuver), plèkkə (Reuver) lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)] III-3-1
(geen) waarde (geen) waarde: wèr (Reuver) waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)] III-3-1
(iets) bevinden bevinden: bevinje (Reuver) vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)] III-1-4
(met) het hoofd stoten botsen: boetse (Reuver), zich boetse (Reuver) stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)] III-1-2
(overige) kaartspelen schoppen dame: sjøͅpədamə (Reuver) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
(zich) bukken (zich) bukken: Ook: zich boeke.  zich bökke (Reuver) bukken, zich bukken [bukke, bokke] [N 10 (1961)] III-1-2
-> [wld iii 2.2] - wld iii, 2.2 !: `n duiphaemp (Reuver), `n navelbendje (Reuver), `n sjlebberke (Reuver), `n zeiverlepke (Reuver), ne luier (Reuver), ne winjel (Reuver) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || luier [winjel, luur, kindsdoek, psidoek, huik] [N 25 (1964)] || navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] || slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-1-3
21-jan fakkeloptocht: fakkeloptoch (Reuver) 21 januari. [N 88 (1982)] III-3-2
<naam> <naam>: naamsdaag (Reuver), vernaamsdaag (Reuver), besteken: bəsjtēkə (Reuver), i. e. cadeau geven  besjtaeke (Reuver) Een naamfeest, naamdag [vernamsdaag, nametsdaag]. [N 96C (1989)] || Feest vieren op de dag gewijd aan de heilige wiens naam men draagt [besteken]. [N 88 (1982)] III-3-2
[baaienjas?] baaien jas: baaje jas (Reuver), huisjas: hoesjas (Reuver) een baaien jas met opgestikte figuren en gesloten met witte knopen [N 59 (1973)] III-1-3