e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensblouse bloes: bloes (Reuver) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste knecht, manusje van alles knechtje: knɛxjǝ (Reuver) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jood jood: joed (Reuver, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: judas (Reuver) Judas [SGV (1914)] III-3-3
judaspenning judaspenning: WLD  Judaspenning (Reuver) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffer: juffer (Reuver), juffrouw: juffrouw (Reuver, ... ) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1
jukbeen jukbeen: jukbein (Reuver) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
jurk kleed: kleid (Reuver), veur zulle det kleid mòtte lostorne veurdet veur ⁄t kònne verangere (Reuver) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)] III-1-3
jus, vleesnat saus: Nieuwe [spelling]  saus (Reuver) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
juweel steen: sjtein (Reuver) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3