e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rails rails (<eng.): reels (Reuver), rils (Reuver) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
rakelen rakelen: rǭkǝlǝ (Reuver) De kolen in de oven los maken of uit de oven verwijderen met behulp van het rakelijzer. [N 98, 123; monogr.] II-8
rakelijzer haardstek: hē̜rtštɛk (Reuver), rakelijzer: rǭkǝlīzǝr (Reuver), rakelsijzer: rǭkǝls˱ī̄zǝr (Reuver) Een doorgaans ijzeren voorwerp waarmee de kolen in de oven los gemaakt of uit de oven verwijderd werden. Zie ook afb. 13. [N 98, 122; monogr.] || IJzeren staaf met een recht of gebogen uiteinde, waarmee de smid de omvang van het vuur regelt en sintels uit het vuur verwijdert. Zie ook afb. 11 en het lemma "rakelijzer" in Wld II.8, pag. 21. Het betreft daar een vergelijkbaar voorwerp dat door de pottenbakker wordt gebruikt. Zie voor het woordtype stochelijzer (Q 121, 121b) ook RhWb (VIII), kol. 720, s.v. ɛstochelnɛ, ɛstöchelnɛ, "das Feuer, den Ofen (...) schüren mit dem Schürhaken".' [N 33, 31; N 33, 32] II-11, II-8
ramen lappen lappen: lappe (Reuver), zemen: zeime (Reuver) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] III-2-1
rammelaar rammelaar: rammelaer (Reuver), rammeleer (Reuver), rekel: rêkel (Reuver) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1, III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Reuver) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rand van een hoed rand: randj (Reuver) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank rank: rank (Reuver), WBD / WLD  rank (Reuver), reng (mv.): renk (Reuver), slang: sjlank (Reuver) rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
ranken van de wingerd ranken: renk (Reuver) [SGV (1914)] I-7
ranzig garstig: garstig spek (Reuver), gerstig (Reuver, ... ) garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3