e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwerpselen drol: drol (Reuver), keutel: keutel (Reuver), keutele (Reuver), poep: poep (Reuver), stront: strondj (Reuver), strontj (Reuver) uitwerpselen [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] III-1-1
uitzagen uitzagen: ūt˲zāgǝ (Reuver) Gedeelten uit het hout wegzagen om er zo versieringen in aan te brengen. Het aanzagen wordt meestal met behulp van een decoupeerzaag gedaan. Zie ook dat lemma. [N 53, 23a] II-12
uitzeven van de zemelen builen: bȳlǝ (Reuver) Het verwijderen van de fijngemaakte hulzen uit het meel. Een eventueel object "meel" is niet gedocumenteerd [N 29, 13b; monogr.; N 29, 15c add.] II-1
urine pis: pis (Reuver, ... ), water: water (Reuver, ... ), zeik: sęi̯k (Reuver), zeik (Reuver), Plat.  zijk (Reuver) urine [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
urineren pissen: pisse (Reuver, ... ), plassen: plasse (Reuver), zeiken: zeike (Reuver), zęi̯kǝ (Reuver), Plat.  zijke (Reuver) urineren [N 10c (1961)], [N 10c (1995)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
ursuline ursuline: urselien (Reuver), urzelin (Reuver) Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)] III-3-3
vaandel drapeau (fr.): drapeau (Reuver), vaan: vaan (Reuver, ... ) De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaandeldrager vaandrager: vaandraeger (Reuver), vaandrig: vaandrich (Reuver) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaars maal: mǭl (Reuver) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vadem, maat van uitgestrekte armen vadem: vààm (Reuver) de maat die de afstand aangeeft tussen de rechter en de linkerhand bij zijdelings uitgestrekte armen (± 1,7m-1,9m) [rek, vadem, vaam] [N 91 (1982)] III-4-4