e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dominicaan dominicaan: dominikaan (Reuver, ... ) Een Dominicaan [Dómmenekaan, preekheer, preekhier]. [N 96D (1989)] III-3-3
domino domino: domino (Reuver, ... ) Het spel met 28 stenen die op één zijde met ogen of een punt gemerkt zijn (van dubbel blank tot dubbel zes) die tegen elkaar gelegd m oeten worden zó dat telkens gelijke ogen aan elkaar sluiten en waarbij iedere speler probeert domino te worden, d.w.z. zi [N 88 (1982)] III-3-2
domme man dommerik: dòmmerik (Reuver), dòmmərik (Reuver), stommerik: sjtòmmərik (Reuver), uilskuiken: uulskuke (Reuver) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] III-1-4
domme vrouw dutsel: dötzəl (Reuver) een dommme vrouw [lut, kul, dulleke] [N 85 (1981)] III-1-4
dommekracht winde: wenj (Reuver) Werktuig om zware voorwerpen op te tillen. Het bestaat uit een zware kast, waarin een getande stang met haak door middel van een zwengel omhoog en omlaag kan worden bewogen. De dommekracht wordt onder het op te heffen voorwerp geplaatst. Zie ook afb. 3. [N 33, 219] II-11
dompelen dompelen: dompele (Reuver), dompelen (Reuver), dômpələ (Reuver, ... ), dopen: duipə (Reuver), doppen: doppe (Reuver), soppen: soppe (Reuver, ... ) dompelen [SGV (1914)] || Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)] || in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
donderbeestje hommelbeestje: hommelbieësje (Reuver), hômmelbieësje (Reuver) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
donderen donderen: dŏŏnderen (Reuver), hommelen: hommele (Reuver) donderen [SGV (1914)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderslag hommelslag: hommelsjlaag (Reuver), knetteren: knettərə (Reuver) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donderwolk hommelkoppen: hommelköp (Reuver), schoer: sjoor (Reuver) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4