e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q175p plaats=Riemst

Overzicht

Gevonden: 1310
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lis (alg.) lis: lès (Riemst) lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
litteken litteken: litē.kə (Riemst) Als een wond of zweer is genezen, blijt de plaats ervan meestal zichtbaar. die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [ZND 49 (1958)] III-1-2
loeien van de koe in het algemeen keken: kɛ̄.kǝ (Riemst) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: sjê.t⁄ (Riemst) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: lôôpe (Riemst), lō.pǝ (Riemst) lopen [ZND 25 (1937)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
lucifer zwegel: zwɛŋəl (Riemst, ... ), zwegeltje: zweing-elke (Riemst, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  lui (Riemst) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) lui: reeke lui (Riemst) Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
luid schreien krijten: ook materiaal znd 28, 53  kreete (Riemst) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4
luiden luiden: ui is kort  de klok luit (Riemst) De klok luiden. [ZND 30 (1939)] III-3-3