e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q175p plaats=Riemst

Overzicht

Gevonden: 1310
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peer, soorten peer: pér (Riemst) [ZND 21 (1936)] I-7
peetoom peteren: pjitərə (Riemst) hoe heet de man die een kind ter doop houdt [ZND 48 (1954)] III-2-2
peettante paat: pót (Riemst) hoe heet de vrouw die een kind ter doop houdt [ZND 48 (1954)] III-2-2
pekel pekel: pikǝl (Riemst) De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] II-1
pekelkuip pekelbak: pikǝlbak (Riemst) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1
penis van de stier schacht: šā.x (Riemst) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
perzikkruid wilweie: welwɛi̯ǝ (Riemst) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet: algemeen klak: klak (Riemst) pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] III-1-3
peterselie petersel: pitərsil (Riemst) [Goossens 1b (1960)] I-7
peul, dop (znw) schaal: šōͅl (Riemst) [Goossens 1b (1960)] I-7