18828 |
getob; tobben |
gesukkel:
ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel
geseukkel (Q168a Rijkhoven)
|
gemartel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwd wijf:
gətróót weef (Q168a Rijkhoven),
getrouwde vrouw:
getróódə vróó (Q168a Rijkhoven)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getuigen (Q168a Rijkhoven)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19092 |
gevaarlijk |
perikelijk:
met vuur spjelen es priekelijk (Q168a Rijkhoven)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21322 |
gevangenis |
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
persong (Q168a Rijkhoven)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19743 |
gevel |
gevel:
gēͅvəl (Q168a Rijkhoven)
|
een schoone gevel [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
17808 |
geven |
geven:
géven (Q168a Rijkhoven)
|
geven [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
gevulig (Q168a Rijkhoven)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
17740 |
gevoelloos (zijn) |
doof:
doaf (Q168a Rijkhoven)
|
in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gǝwɛlǝf (Q168a Rijkhoven)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.]
II-9
|