e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betalen betalen: che mot geld hebbe veur konne te betoalen (Riksingen) Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beteuterd verlegen: hei stond verleige (Riksingen), ook materiaal znd 32, 67  verleige (Riksingen) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
betrappen traperen (<fr.): trappiere (Riksingen) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1
betrekken (lucht) overtrekken: də lox iø̄vərtrek (Riksingen) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] III-4-4
betten van een wonde baden: beie (Riksingen) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beuk boom: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  boom (Riksingen) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beukennootje beuk: by(3)̄k (Riksingen) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3
beurs, overrijp te rijp: te rijp (Riksingen) beurs [ZND 01 (1922)] III-2-3
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voederhoek: vui̯ǝrhuk (Riksingen), voederstal: vūi̯ǝrstal (Riksingen) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
bewolking fel bewolkt: fel bəwolək (Riksingen) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4