18945 |
gemeen |
gemeen:
gemei:n (L329p Roermond),
laag:
laig (L329p Roermond),
léég (L329p Roermond),
slecht:
sjlech (L329p Roermond)
|
gemeen || slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21718 |
gemeentebelasting |
gemeentebelasting:
gemeintebelasting (L329p Roermond),
gəmeintəbəlasting (L329p Roermond),
gemeentelast:
gemeintelas (L329p Roermond)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikkertaris (L329p Roermond),
sikkretaris (L329p Roermond),
sikrətaarəs (L329p Roermond)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33670 |
gemeenteweide |
gemeentewei:
gǝmęi̯ntǝwęi̯ (L329p Roermond)
|
Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.]
I-8
|
18958 |
gemene vrouw |
kreng:
kring (L329p Roermond),
kwade vrouw:
’n kwao:je vrouw (L329p Roermond),
secreet:
səkreet (L329p Roermond),
tant--faire (fr.):
tantefaer < fr. tant à faire
tantefae:r (L329p Roermond),
venijn:
venīēn (L329p Roermond)
|
boosaardige vrouw || een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] || kwade vrouw || ¯n kwade vrouw
III-1-4
|
18814 |
gemoed |
gemoed:
gemoo:d (L329p Roermond),
gemood (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
gəmoot (L329p Roermond)
|
gemoed || het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23994 |
generale absolutie |
generale absolutie (<fr.):
generale absolutie (L329p Roermond)
|
Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23981 |
generale biecht |
algemene biecht:
algemein biech (L329p Roermond)
|
Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18165 |
genezen |
beter:
baeter (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
baiter (L329p Roermond)
|
Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18817 |
genoegen (doen) |
goesting:
goesting (L329p Roermond),
lol:
lōl (L329p Roermond),
plezier:
plezeer (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|