e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeen gemeen: gemei:n (Roermond), laag: laig (Roermond), léég (Roermond), slecht: sjlech (Roermond) gemeen || slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)] III-1-4
gemeentebelasting gemeentebelasting: gemeintebelasting (Roermond), gəmeintəbəlasting (Roermond), gemeentelast: gemeintelas (Roermond) de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeentesecretaris secretaris: sikkertaris (Roermond), sikkretaris (Roermond), sikrətaarəs (Roermond) het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)] III-3-1
gemeenteweide gemeentewei: gǝmęi̯ntǝwęi̯ (Roermond) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
gemene vrouw kreng: kring (Roermond), kwade vrouw: ’n kwao:je vrouw (Roermond), secreet: səkreet (Roermond), tant--faire (fr.): tantefaer < fr. tant à faire  tantefae:r (Roermond), venijn: venīēn (Roermond) boosaardige vrouw || een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] || kwade vrouw || ¯n kwade vrouw III-1-4
gemoed gemoed: gemoo:d (Roermond), gemood (Roermond, ... ), gəmoot (Roermond) gemoed || het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4
generale absolutie generale absolutie (<fr.): generale absolutie (Roermond) Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
generale biecht algemene biecht: algemein biech (Roermond) Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)] III-3-3
genezen beter: baeter (Roermond, ... ), baiter (Roermond) Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)] III-1-2
genoegen (doen) goesting: goesting (Roermond), lol: lōl (Roermond), plezier: plezeer (Roermond, ... ) tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] III-1-4