e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hop hop: hoep (Roermond), hop (Roermond) hop || Humulus lupulus L. Een tot 4,50 meter hoge slingerplant met een ruw-knobbelige stevige stengel, die bloeit van juli tot september: de mannelijke bloemen in vaalgele pluimen, de vrouwelijke in hangende trossen van bolvormige vruchtkegels, de zogenamde hopbellen. De olieachtige stof in deze hopbellen wordt gebruikt bij de bereiding van bier. [Wi 52; monogr.] I-5, III-4-1
hopen hopen: haope (Roermond, ... ), haopə (Roermond) een gunstige verwachting hebben over iets wat men wenst [verhopen, hopen] [N 85 (1981)] || hopen III-1-4
hopen spreiden spreiden: [spreiden] (Roermond) Het uiteengooien van de middelgrote soort hopen. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hopen. ø...ŋ wijst op identieke antwoorden als in het lemma ''zwaden spreiden''.' [N 14, 109] I-3
horizon einder: injer (Roermond), horizon: hoorizón (Roermond), horizon (Roermond), horizon ? (Roermond) horizon, de lijn waar hemel en aarde elkaar lijken te raken [einder] [N 81 (1980)] III-4-4
horizontale sluitbalk van een poort knevel: knē̜ ̞vǝl (Roermond) Een losse balk, soms een stevige stok, die horizontaal wordt aangebracht achter de beide poortvleugels door hem achter haken te leggen. Zo is de gehele poort gesloten. Deze afsluiting bevindt zich meestal ter halve hoogte. Door functionele overeenkomst kunnen sommige benamingen ook in gebruik zijn voor andere afsluitingen. [N 5A, 54a; N 4A, 48; monogr.] I-6
horloge horloge: glozie (Roermond), horloge (Roermond), horlozje (Roermond), hórloozjə (Roermond), uur: ōēr (Roermond, ... ) horloge || uur: d) horloge || uurwerk dat men bij zich draagt, bijv. om de pols [glozie, lozie, allozie] [N 86 (1981)] III-1-3
horrelvoet paardspoot: pairspoot (Roermond), paardsvoet: paersvoot (Roermond, ... ) Misvormde voet (homperd, horjevoet, horrelvoet, homperpoot, strompelvoet, paardvoet). [N 84 (1981)] III-1-2
hortensia hortensia: hortensia (Roermond) [DC 76 (2002)] I-7
hotsen hobbelen: hoebele (Roermond), schokkelen: sjoekele (Roermond) zachtjes schokken in of op een voertuig op een hobbelige weg (botteren, bottelen) [N 90 (1982)] III-3-1
houden van houden van: haaje van (Roermond, ... ), haajə van (Roermond) liefde voelen voor iemand [fiel zijn met, veel houden van, veel afhouden] [N 85 (1981)] III-3-1