e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtsnijder ornamentsteker: ̇ǫrnǝmɛntštē̜kǝr (Roermond) De persoon die op grotere meubelmakerijen het beeldhouwwerk aan meubels aanbrengt. [N 56, 91a; monogr.] II-12
houtsnip houtsnep: houtsjnep (Roermond) houtsnip III-4-1
houtspaander flimp: flump (Roermond, ... ), serviesje: servieskes (Roermond) dun houtje of opgevouwen papiertje dat men laat vlamvatten om er iets anders mee aan te steken || spaantje van hout waarmee men vuur neemt uit de kachel of de haard, bijv. om een pijp op te steken (servieskes) [N 20 (zj)] III-2-1
houtsplinter splinter: šplentǝr (Roermond) Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.] II-12
houtworm houtworm: houtworm (Roermond), houtwòrm (Roermond), houtwórm (Roermond), WLD  houtwórm (Roermond), houtwormpje: houtwurmpke (Roermond) houtworm [DC 23 (1953)] || wormpje dat gangen graaft in het hout van meubels enz. [meemel, muitel, meutel] [N 26 (1964)] III-4-2
houvast houvast: h ̇ājvas (Roermond) Bout met aan een zijde een punt en aan de andere zijde een blad met spijkergaten. De houvast wordt in de muur geslagen om er houten voorwerpen, bijvoorbeeld een kozijn, aan vast te maken. [N 53, 226; monogr.] II-12
houweel hak: hak (Roermond) Houweel of hak die vroeger gebruikt werd om de wielen van de kar of wagen vrij te maken als die vastgelopen was op slechte wegen. Deze hak werd ook gebruikt als steun voor de kar of wagen tot de wegen beter werden en de hak als steun vervangen werd door de zware karsteun. [N 17, 83; JG 1d; monogr.] I-13
hovaardig arrogant: arrogant (Roermond), groots: greuts (Roermond), hoog in de bol: hoog in de bòl (Roermond) het doen blijken van het gevoel dat men meer is dan anderen [trots, trotsheid] [N 85 (1981)] || het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)] III-1-4
hovardig hovaardig: ho:vae:rdig (Roermond) hovaardig III-1-4
hozen hozen: hoozə (Roermond), hoze (Roermond) water uit een boot werpen door middel van een hoosvat [hozen, baliën] [N 90 (1982)] III-3-1