e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inmaken inmaken: sjniebone inmake ingemaakde keerse  inmake (Roermond) inmaken III-2-3
inschenken inschudden: insjödde (Roermond, ... ), Waem sjöd de kóffie in Hae sjödde zich n dröpke in Alla, sjöd nog ins in  insjödde (Roermond) inschenken || inschudden III-2-3
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: inschlaon (Roermond), insjlaon (Roermond, ... ), inslaon (Roermond, ... ) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
inspannen inspannen: enšpanǝ (Roermond), voorspannen: vø̄ǝršpanǝ (Roermond) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
interen interen: entę̄rǝ (Roermond) Het aanspreken van de voorraad voedsel door de bijen, die in wintertros bij elkaar hangen. [N 63, 54c] II-6
introïtus introtus (<lat.): introitus (Roermond) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
invoederen inwinteren: enwenjtjǝrǝ (Roermond) Het voeren van de bijen met suiker, suikerwater of voederhoning, voordat de winter begint. [N 63, 110a; monogr.] II-6
inwinteren inwinteren: enwenjtjǝrǝ (Roermond) Het gereedmaken van de bijen door de imker voor de winter. Met uitzondering van de darren overwintert het gehele volk. Meestal brengt de imker de bijen over naar een korf waarvan de raten in hetzelfde jaar zijn opgewerkt. Hij voorziet ze van voedsel en probeert ze tegen de ergste kou te beschermen. Met een rolletje stro omwonden met wilgebast, een plankje of schuifje sluit de imker het vlieggat af. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat het het beste is de bijen in de wintertijd zoveel mogelijk met rust te laten. Zelf zorgen ze voor de vereiste temperatuur in de woning tijdens de winterperiode. In deze periode vertragen de functies van de bijen, maar er is geen sprake van een echte winterslaap. [N 63, 107a; N 63, 107b; N 63, 108a; N 63, 108b, Ge 37, 190; monogr.] II-6
inzet inzet: inzat (Roermond), inzàt (Roermond) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1
inzet bij het spel inzet: Zo kump nieks n de pot, ver mótte den inzat verheuge.  inzat (Roermond), pot: pot (Roermond), poͅt (Roermond), zaad: zaod (Roermond), Ich höb mie zäödje = ik heb bij het spel niets gewonnen en niets verloren.  zao:d, zäö:dje (Roermond) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] || Inzet: inzet. || Zaad: z. toel. III-3-2