e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keelpijn keelpijn: kɛ.əpi.n (Roermond) keelpijn [RND] III-1-2
keep ardense boekvink: metathesis van ardense  redaense bookvink (Roermond) keep III-4-1
keerstrook, wendakker voordel: vø̄rdǝl (Roermond) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen keffen: keffe (Roermond, ... ), ideosyncr.  keffe (Roermond, ... ), WBD/WLD  kèffə (Roermond, ... ) Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)] III-2-1
kegel kegel: De kaegels opzitte.  kaegel (Roermond) Kegel: kegel. III-3-2
kegelen kegelen: kegele (Roermond, ... ), kēgələ (Roermond), Ss. kaegelbaan, -ból, -klub.  kaegele (Roermond) De sport bedrijven waarbij met een bal getracht moet worden een aantal flesvormige houten voorwerpen, de kegels, omver te werpen [kegelen, bollen]. [N 88 (1982)] || Kegelen: kegelen. III-3-2
kegels (mv.) kegels: meti kɛ.gəls wɛ.ərtər nimər gəsjpe.əlt (Roermond), mɛti kɛ.gəls wört ni.ət mer gəsjpe.əlt (Roermond) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: kɛ̄ldər (Roermond), In de Bröksjtraot zeen alle kelders óngergeloupe Den inmaaksjteit in de kelder  kelder (Roermond) kelder [RND] III-2-1
keldergat keldersgat: De kaole veur de wintjer wore door \'t keldersgaat ingedaon  keldersgaat (Roermond) keldergat III-2-1
kelk misbeker: misbaeker (Roermond) De kelk, de misbeker [kelk, kelch, mèskelk?]. [N 96B (1989)] III-3-3