18070 |
keelpijn |
keelpijn:
kɛ.əpi.n (L329p Roermond)
|
keelpijn [RND]
III-1-2
|
24180 |
keep |
ardense boekvink:
metathesis van ardense
redaense bookvink (L329p Roermond)
|
keep
III-4-1
|
32739 |
keerstrook, wendakker |
voordel:
vø̄rdǝl (L329p Roermond)
|
Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.]
I-1
|
19926 |
keffen |
keffen:
keffe (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
ideosyncr.
keffe (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
WBD/WLD
kèffə (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
22790 |
kegel |
kegel:
De kaegels opzitte.
kaegel (L329p Roermond)
|
Kegel: kegel.
III-3-2
|
22418 |
kegelen |
kegelen:
kegele (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
kēgələ (L329p Roermond),
Ss. kaegelbaan, -ból, -klub.
kaegele (L329p Roermond)
|
De sport bedrijven waarbij met een bal getracht moet worden een aantal flesvormige houten voorwerpen, de kegels, omver te werpen [kegelen, bollen]. [N 88 (1982)] || Kegelen: kegelen.
III-3-2
|
22789 |
kegels (mv.) |
kegels:
meti kɛ.gəls wɛ.ərtər nimər gəsjpe.əlt (L329p Roermond),
mɛti kɛ.gəls wört ni.ət mer gəsjpe.əlt (L329p Roermond)
|
met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND]
III-3-2
|
19664 |
kelder |
kelder:
kɛ̄ldər (L329p Roermond),
In de Bröksjtraot zeen alle kelders óngergeloupe Den inmaaksjteit in de kelder
kelder (L329p Roermond)
|
kelder [RND]
III-2-1
|
19750 |
keldergat |
keldersgat:
De kaole veur de wintjer wore door \'t keldersgaat ingedaon
keldersgaat (L329p Roermond)
|
keldergat
III-2-1
|
23293 |
kelk |
misbeker:
misbaeker (L329p Roermond)
|
De kelk, de misbeker [kelk, kelch, mèskelk?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|