e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langwerpige streep van voorhoofd tot neus bles: blęs (Roermond) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaampjes: lenksəmkəs (Roermond), traag: traog (Roermond, ... ) langzaam || langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)] III-4-4
langzamer hou: hǫu̯ (Roermond) Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96] I-10
lantaarn lantaarn: Wie laot waere boete de lantaers opgesjtaoke  la:ntae:r (Roermond), lucht: Ich kós \'m duudelik óngersjeije, want hae sjting ónger \'n luch Mit \'n luch in de handj kwaam-der nao boete ónger de paersker bómmelde \'n luch De luch drage: ergens niet goed vanaf komen, het gelag betalen  luchte (Roermond) (draagbare) lantaarn || lantaarn III-2-1
lap lap: lap (Roermond, ... ), stof: sjtōf (Roermond) sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)] III-1-3
lap op een schoen huif: hoof (Roermond), lap: lap (Roermond), stukje: stökske (Roermond) lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)] III-1-3
larven larven: larvǝ (Roermond) Toestand van larf van het broed vóór de verzegeling. Normaal is dat de eieren, zowel die waaruit werkbijen als die waaruit darren of moeren geboren worden, na drie dagen uitkomen in de vorm van een larf of made. Na vijf dagen heeft de larf door goed voeren een gewicht bereikt dat het 1500-voudige is van haar geboortegewicht. Vijf dagen duurt deze toestand als larf. Vervolgens wordt de cel verzegeld en treedt verpopping op van de larf. Dertien dagen zit ze in de gesloten cel. In totaal duurt het dus 21 dagen, voor dat werkelijke werkbij er is. Bij de dar duurt deze periode 24 dagen en bij de koningin slechts 15 à 16 dagen. [N 63, 21b; Ge 37, 68] II-6
last, moeilijkheid last: las (Roermond) last III-1-4
laster laster: laster (Roermond, ... ), lasteren: làstərə (Roermond) het schenden van iemands goede naam [achterpraat, achterklap, laster] [N 85 (1981)] III-1-4
lasteren belasteren: belastere (Roermond), roddelen: roddele (Roermond), stoken: stökə (Roermond) iemands goede naam schenden [labbekakken, insteken, bespreken, rabbelen, klapperen, commeren] [N 85 (1981)] III-1-4