24054 |
bediend worden |
bediend worden:
bedeend waere (L329p Roermond)
|
Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedeene (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
bedene (L329p Roermond),
bədeenə (L329p Roermond)
|
de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
19213 |
bedorven (persoon) |
verwend:
mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.
verwind (L329p Roermond)
|
met te grote toegeeflijkheid opgevoed, met een bedorven karakter [mouter] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34540 |
bedorven ei |
rot ei:
rōt ęi̯ (L329p Roermond),
vuil ei:
vūl ęi̯ (L329p Roermond)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
bedre:ge (L329p Roermond),
bedreege (L329p Roermond),
besodemieteren:
besodemietere (L329p Roermond),
besoudemietere (L329p Roermond),
bəsoudəmietərə (L329p Roermond),
iemand kloten:
emes klo:te (L329p Roermond),
verneuken:
vərnökkə (L329p Roermond)
|
bedriegen || bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18966 |
bedrieger |
bedrieger:
bedreeger (L329p Roermond),
bedreger (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
bədreegər (L329p Roermond)
|
bedrieger || iemand die een ander bedriegt [prul, smiechel, striegelaam, bedrieger] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33344 |
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis |
achterhuis:
axtǝrhūs (L329p Roermond),
stallen:
št˙ɛl (L329p Roermond)
|
Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.]
I-6
|
18825 |
bedroefd |
bedroefd:
bedreu:f (L329p Roermond),
bedreuf (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
bədreuft (L329p Roermond),
droevig:
dreu:vig (L329p Roermond),
dreuvig (L329p Roermond)
|
bedroefd || droevig || verdriet hebbend, treurig [droef, bedroefd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19471 |
bedsprei |
bedsprei:
bèdsjpreij (L329p Roermond),
bɛtšprēͅi̯ (L329p Roermond),
sprei:
šprei (L329p Roermond)
|
bedsprei [RND] || sprei
III-2-1
|
22837 |
beeld |
beeld:
Opm. bildj is vero.
beeld (L329p Roermond)
|
Beeld: beeld.
III-3-2
|