e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijk schaap bok: buk (Roermond), ram: ram (Roermond) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke duif hoorn: häöre (Roermond) II Häöre*: doffer, mannetjesduif. III-3-2
mannelijke eend weender: winǝr (Roermond) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: buk (Roermond), bokje: bøkskǝ (Roermond) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu mannetje: menke (Roermond), WBD/WLD  mènkə (Roermond), rammelaar: ideosyncr.  remmeleer (Roermond), rekel: rae:kel (Roermond), raikel (Roermond) Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)] || rekel, mann. hond III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kater (Roermond) kater III-2-1
mannelijke meikever mannetje: menke (Roermond) meikever, mannetje [DC 18 (1950)] III-4-2
mannenkant evangeliekant: evangeliekantj (Roermond), mansluikant: maansluukantj (Roermond), rechts in de kerk: rechts in de kirk (Roermond) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren mannenkleren: mannekleijer (Roermond), manskleren: manskleijer (Roermond, ... ), mansluikleren: mansluujkleier (Roermond), manspak: manspak (Roermond) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed ondergoed: ongergood (Roermond) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3