e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neger krabbia: Opm. krabbeja is in gebruik geweest in de jaren tussen de twee wereldoorlogen; het was de nabootsing van het woord (lekker, fijn?) waarmee ventende negers hun lekkernijen aanprezen.  krabbeja: (Roermond), zwarte, een -: zwjarte (Roermond) neger [N 102 (1998)] || neger, kleurling III-3-1
nek nek: nek (Roermond, ... ), nĕk (Roermond) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
neomist neomist (<gr.): neomis (Roermond) Een pas gewijde priester, Neomist. [N 96D (1989)] III-3-3
nerf van de weide graslaag: [gras]lǭx (Roermond) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3
nerf van een blad nerf: nerf (Roermond, ... ), LDB  nerf (Roermond), WBD-WLD  nèrf (Roermond) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest nest: nès (Roermond, ... ), nés (Roermond), nestje: dim.mv.  neskes (Roermond) nest III-4-1
nest, hoeveelheid jongen nest: nes (Roermond), ideosyncr.  nes (Roermond), WBD/WLD  nès (Roermond), worp: eine wórp (Roermond) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestei nestei: nęzęi̯ (Roermond) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
nestelen bouwen: boewe (Roermond, ... ), nest dragen: ēs drage (Roermond) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] III-4-1
neteldoek doek: dōk (Roermond) Oorspronkelijk uit netelgaren, later van licht katoen of mousseline vervaardigd los weefsel in effen binding (Van Dale, pag. 1812). De woordtypen zaandoek, kaasdoek en biestdoek duiden erop dat neteldoek ook gebruikt wordt om melk door te zeven, terwijl berendoek wijst op het feit dat neteldoek dienst kan doen als persdoek bij de bereiding van bessensap. Neteldoek wordt ook gebruikt om kwark te maken. [N 62, 83; N 62,82; N 62, 98; MW; Wi 11; monogr.] II-7