28496 |
onrustig zijn door moerloosheid |
lopen:
lǫwpǝ (L329p Roermond)
|
Onrustig of neerslachtig worden van de bijen ten gevolge van moerloosheid. Een volk dat pas moerloos is geworden, is onrustig aan het zoeken; veel bijen lopen aan de voorzijde van de korf of kast. Wanneer de imker een flinke tik geeft tegen de buitenkant van korf of kast, laten de bijen een langgerekte, klaaglijke toon horen, het huilen der bijen. [N 63, 61a;]
II-6
|
18973 |
onschuldig |
onnozel:
onneuzel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
ónneuzəl (L329p Roermond)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18861 |
onstuimig |
giftig:
giftig (L329p Roermond),
wild:
wildj (L329p Roermond)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25175 |
onstuimige lucht |
duistere lucht:
duuster loch (L329p Roermond),
grillige lucht:
een grellige lucht (L329p Roermond),
grellige lóch (L329p Roermond),
’n grellige locht (L329p Roermond),
zware lucht:
ein sjwaor lócht (L329p Roermond)
|
lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] || onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21901 |
ontberen |
arm zijn:
erm zeen (L329p Roermond),
missen:
missə (L329p Roermond),
ontberen:
onjtbéérə (L329p Roermond)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20581 |
ontbijt |
koffie, de -:
koffie (L329p Roermond),
koffiedrinken, het -:
kòəfīdri̯nkə (L329p Roermond),
ontbijt
koffie drinke (L329p Roermond),
Op ne morge ónger t kóffiedrinke gebeurde t det Antje väöl erger mós hooste es geweunelik
kóffie:drinke (L329p Roermond),
ontbijt:
ontbijt (L329p Roermond)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: ¯s morgens vóór het werk [ZND 18G (1935)] || ontbijt
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
paeperkook (L329p Roermond),
Die menskes van paeperkook zeen te hel gewaore
paeperkoo:k (L329p Roermond),
ne paeperkook mit reziene E sjneetje paeperkook
peaperkoo:k (L329p Roermond)
|
ontbijtkoek || peperkoek
III-2-3
|
23941 |
onthoudingsdag |
onthoudingsdag:
onthaajingsdaag (L329p Roermond)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17706 |
ontlasting hebben |
afgaan:
aafgaan (L329p Roermond),
drijten:
driete (L329p Roermond),
kakken:
kakke (L329p Roermond),
poepen:
poepe (L329p Roermond)
|
ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)]
III-1-1
|
18040 |
ontsteking |
ontsteking:
onsjtaiking (L329p Roermond)
|
Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|