e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rammelkar kloterkar: klōtǝrkęr (Roermond), ratelkar: rātǝlkar (Roermond) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rand van een hoed luif: luif (Roermond, ... ), rand: randj (Roermond) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank rank: WBD-WLD  ránk (Roermond), reng (mv.): reng (Roermond, ... ), steel: LDB  sjteel (Roermond) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
rank paard ras: ras (Roermond  [(paard met stamboek)]  ) Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l] I-9
ransuil grote katuil: groote katuul (Roermond) ransuil III-4-1
ranzig garst: ?t spek is gerst  gerst (Roermond), garstig: gerstig (Roermond), gérstich (Roermond), rans: ràns (Roermond), ráns (Roermond), ranzig: ranzig (Roermond), sterk: sjterk (Roermond) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
rapen rapen: rāpǝ (Roermond) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp raps: reeps (Roermond), rasp: rasp (Roermond), rijf: rief (Roermond), rīē:f (Roermond) rasp || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
raspen raspelen: ràspələ (Roermond, ... ), raspen: raspe (Roermond, ... ), rijven: rieve (Roermond, ... ) raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
rat rat: rat (Roermond), ratte (mv.) (Roermond) rat III-4-2