e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van katoen geven jagen: jàge (Roermond), zich spuien: zich sjpooje (Roermond) alle kracht inspannen om iets op tijd klaar te hebben [lament geven, buzze geven, kemp geven, draad geven, kletsoor geven] [N 85 (1981)] III-1-4
van uitlopers ontdoen kijnen: kēnǝ (Roermond) Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.] I-5
van veren wisselen ruizelen: rȳzǝlǝ (Roermond), rȳzǝlǝn (Roermond) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vange (Roermond), vàngə (Roermond) vangen [DC 02 (1932)] III-1-2
vanger bij krijgertje spelen pakker: pakker (Roermond) De persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur]. [N 88 (1982)] III-3-2
vanzelfsprekend vanzelf: vanzelf (Roermond), zeker: zeker (Roermond) vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)] III-1-4
varen (alg.) reinvaren: WBD/WLD  reinvaren (Roermond), varen: vare (Roermond), varen (Roermond), WBD/WLD  vaarən (Roermond), WLD  varen (Roermond) Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)] || varen, plant III-4-3
varken kuus: kys (Roermond), kȳs (Roermond), varken: vɛrkǝ (Roermond), vɛrkǝn (Roermond), vɛ̄rǝkǝ (Roermond) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken (bijzondere namen) kuus: kyš (Roermond) In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld] I-12
varken van acht tot twaalf weken scheuteling: šø̄tǝleŋ (Roermond) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12