e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrelen (van water) borrelen: (òp)bòrrələ (Roermond), borrele (Roermond, ... ), borrelen (Roermond), bórrələ (Roermond), de -o- in bòrrele is moeilijk weer te geven.  bòrrele (Roermond), wellen: wellen (Roermond) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borrelglaasje borrelglaasje: borrelglaeske (Roermond), borrelglaiske (Roermond), borrelgläske (Roermond), borrelglééske (Roermond), borrelglas: borrelglaas (Roermond), glaasje: e glaeske (Roermond), schoppes: sjöbbes (Roermond) borrelglas || dubbel borrelglas || glaasje bier || jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel boenborstel: boenbórstel (Roermond), borstel: bŏrstĕl (Roermond), De sjilder haet zien bórstels laote ligke Ze sjtreek häör mit det burstelke zaach euver de móndj en kiek Moeder Euverste rook toen al lontj  bórstel (Roermond) boender || borstel [DC 15 (1947)] III-2-1
borstelig haar borstelig haar: borstelig haor (Roermond), bros: brosse (Roermond), piekhaar: *  piekhaor (Roermond), stekkerhaar: *  stekkerhaor (Roermond), varkenshaar: verkeshaor (Roermond) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten memmen: memme (Roermond), tieten: tiete (Roermond) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1961)] III-1-1
borstkas borstkas: borskas (Roermond, ... ) Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫrsnęt (Roermond) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstrok borstrok: bórsrók (Roermond), bórstrok (Roermond, ... ), kamizool (<fr.): kammezaol (Roermond), lijfje: liefke (Roermond) borstrok || borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: bórsrók (Roermond), bórstrok (Roermond), kamizool (<fr.): kammezaol (Roermond) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] || Mannenborstrok. [DC 62 (1987)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) borstrok: bórsrók (Roermond), kamizool (<fr.): kamezoal (Roermond), kammezaol (Roermond), onderlijfje: óngerliefke (Roermond) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] || Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)] III-1-3