e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de noodklok luiden luiden: loeje (Roermond) Het luiden van deze klok. [N 96A (1989)] III-3-3
de plechtige communie doen plechtige communie (<lat.) doen: plegtige kemunie doon (Roermond) De Plechtige Communie doen. [N 96D (1989)] III-3-3
de portiuncula-aflaat verdienen portiunculen: parsjoenkele (Roermond) De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] III-3-3
de raat uitbreken uitsnijden: ūtšni-jǝ (Roermond) Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a] II-6
de roepen krijgen geroepen worden: gerope waere (Roermond) De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)] III-3-3
de staart couperen zwensen: šwęnsǝ (Roermond) Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d] I-9
de stortkar doen achteroverslaan opslaan: opšlǭn (Roermond) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13
de stuipen hebben de stuipen hebben: sjtuupe hubbe (Roermond), stuiptrekken: sjtuuptrekke (Roermond) stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] III-1-2
de tafel dekken dekken: dekke (Roermond), dékke (Roermond), dékkə (Roermond), tafel dekken: ligt tussen de i en de é in  taofel dékken (Roermond) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de toog aankrijgen de toog (<lat.) aankrijgen: toog aankriege (Roermond) De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3