23475 |
de noodklok luiden |
luiden:
loeje (L329p Roermond)
|
Het luiden van deze klok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24016 |
de plechtige communie doen |
plechtige communie (<lat.) doen:
plegtige kemunie doon (L329p Roermond)
|
De Plechtige Communie doen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
portiunculen:
parsjoenkele (L329p Roermond)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28603 |
de raat uitbreken |
uitsnijden:
ūtšni-jǝ (L329p Roermond)
|
Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a]
II-6
|
23290 |
de roepen krijgen |
geroepen worden:
gerope waere (L329p Roermond)
|
De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33926 |
de staart couperen |
zwensen:
šwęnsǝ (L329p Roermond)
|
Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d]
I-9
|
34626 |
de stortkar doen achteroverslaan |
opslaan:
opšlǭn (L329p Roermond)
|
De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88]
I-13
|
18062 |
de stuipen hebben |
de stuipen hebben:
sjtuupe hubbe (L329p Roermond),
stuiptrekken:
sjtuuptrekke (L329p Roermond)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19859 |
de tafel dekken |
dekken:
dekke (L329p Roermond),
dékke (L329p Roermond),
dékkə (L329p Roermond),
tafel dekken:
ligt tussen de i en de é in
taofel dékken (L329p Roermond)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
24036 |
de toog aankrijgen |
de toog (<lat.) aankrijgen:
toog aankriege (L329p Roermond)
|
De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|