e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bed bed: beͅt (Roggel) bed [RND] III-2-1
bedriegen bedriegen: bedreege (Roggel) bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)] III-1-4
bedsprei bedsprei: beͅtsprēͅi̯ (Roggel) bedsprei [RND] III-2-1
beervoetigheid (het heeft/staat) bereklauw: bē̜rǝklau̯ (Roggel) Beervoetige stand, een afwijking, waarbij de kootas naar voren is gebroken door het achterwaarts doorzakken van de koot, zodat de vetlok met de bodem in aanraking komt. [JG 1a, 1b; N 8, 93b] I-9
beide beenderen van de onderkaak geschaar: gǝšēǝr (Roggel), kaken: kākǝ (Roggel) De scha(a)r(en) of het geschaar vormen de beide takken van de onderkaak van een paard en de uitwendige holte in het achterste gedeelte daarvan. Zie afbeelding 2.11. [JG 1a, 1b; N 8, 30] I-9
beieren luiden: de klokke loewe (Roggel), et loetj (Roggel) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] || Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-3
beitelarend pin: pen (Roggel) Het spits uitlopende deel van het beitelblad dat in het beitelhecht wordt bevestigd. Zie ook afb. 63d. [N 53, 34e; L 45, 12b; A 14, 12b] II-12
bek bek: bɛk (Roggel) Het voorste, getande gedeelte bij de rek- en zwiktangen. [N 60, 83d] II-10
bellen aan het haam koperen schellen: kǭprǝ šɛlǝ (Roggel) Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.] I-10
bergx bergen (mv.): mv.!  bèrrəch (Roggel) berg (bergen) [RND] III-4-4