e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgebit veulentand(en): vø̜̄lǝtɛnj (Roggel) Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a] I-9
melkstoeltje melkstoel: melkstōl (Roggel) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melkzeef zij: zii̯ (Roggel), zijschotel: zii̯šotǝl (Roggel), zišø̜tǝl (Roggel) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
mens (alg.) mens: ook voor man en vrouw; zowel geringachting als sympathiek medelijden  minsch (Roggel) mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)] III-2-2
menstruatie ongesteld: ongesteldj (Roggel) menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)] III-2-2
merel merel: méérel (Roggel), mɛrəl (Roggel), merling: meerling (Roggel), smeerling: smeerling (Roggel) Hoe heet de merel? [DC 06 (1938)] || merel [DC 50b (1975)] III-4-1
merg merg: merg (Roggel) Beenmerg. Hoe noemt men in uw dialect de zachte en vette substantie, die de holte van de beenderen vult ? (Alg. Ned.: merg) [DC 42B (1967)] III-1-1
merkpriem priem: prim (Roggel) Een priem voor het aanbrengen van tekens ten gerieve van de stikster. [N 60, 44] II-10
merrie meer: mē̜r (Roggel) Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9
merrieveulen meerveulen: mē̜rvø̜̄lǝ (Roggel) Het vrouwelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3b] I-9