18215 |
laars (alg.) |
bot:
bot (Q076p Romershoven),
stevel:
stīvəl (Q076p Romershoven)
|
laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18359 |
laars met sluitriempje |
rijbot:
räiybot (Q076p Romershoven)
|
laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18301 |
laars tot of boven de knie |
stevel:
stīvəl (Q076p Romershoven)
|
laars waarbij de schacht het hele onderbeen bedekt [kapleers, kapsjtievel, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34581 |
ladderboom |
ledderbalk:
(mv)
lędǝrba.lkǝ (Q076p Romershoven)
|
Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b]
I-13
|
27367 |
laden |
laden:
lǭi̯ǝ (Q076p Romershoven)
|
De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18]
I-10
|
27854 |
lading |
vracht:
vrā.x (Q076p Romershoven)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
molire (fr.):
moljeͅrs (Q076p Romershoven)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
32447 |
lage klomp |
klomp:
[klomp] (Q076p Romershoven),
platte klomp:
platǝ [klomp] (Q076p Romershoven)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
platte klomp:
platə klomp (Q076p Romershoven)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
zouw:
zaw (Q076p Romershoven)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|