e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kluwen kluwen: klĕewwe (Rosmeer) Kluwen. [ZND 01 (1922)] III-1-3
knellen pitsen: pitse (Rosmeer, ... ), spannen: spanne (Rosmeer), vastpakken: vaspakke (Rosmeer) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] || knellen [ZND 01 (1922)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen pitsen: pitse (Rosmeer, ... ), spannen: spanne (Rosmeer) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
kneu vlasvink: vlasfeenk (Rosmeer, ... ) kneu III-4-1
knie knie: kneei (Rosmeer), kneej (Rosmeer), kneejj (Rosmeer) knie [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-1-1
knieband voor een stier of kalf knieband: knęi̯bānt (Rosmeer) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11
kniezen grommelen: grommele (Rosmeer), grômmele (Rosmeer) Hij is altijd aan t kniezen (ontevreden, morren). [ZND 28 (1938)] III-1-4
knijpen pitsen: pitse (Rosmeer, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knikker klits: klits (Rosmeer, ... ) Kleiner Murmel. || Knikker. [ZND 01 (1922)] III-3-2
knipogen de ogen toepitsen: ôge tĕĕwpitse (Rosmeer), een oogje toepitsen: n eijske taw pitse (Rosmeer), oogjes pitsen: aiskəs pitse (Rosmeer) knipogen [ZND 01 (1922)] || knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] III-1-1