e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinbonen labbonen: labbone (Rosmeer) I-7
tuinen klenen: klē̜nǝ (Rosmeer) Vlecht- en pleisterwerk herstellen of vernieuwen. Het lemma bevat algemene benamingen voor het herstelwerk aan vakwerk, maar ook termen die specifiek het repareren van het pleisterwerk ('bijplekken', 'bijklenen', 'plaasteren', etc.) of het aanbrengen van nieuw vlechtwerk ('hervitsen', 'opnieuw vitsen', etc.) aanduiden. Het woordtype 'tuinen' is ook in L 332, Q 28 en Q 98 bekend. Het wordt daar echter uitsluitend gebruikt voor het dichten van hagen of het afrasteren van weilanden. [N 4A, 53i] II-9
tuinfluiter braddelkeets: braddelkèets (Rosmeer), braddelen = stotteren, brabbelen  braddelkéets (Rosmeer) tuinfluiter III-4-1
tuingeranium geranium: sjr = chr  sjra-lejong (Rosmeer) gewone geranium [DC 60a (1985)] III-2-1
tuinkervel kelver: kelver (Rosmeer) kervel [ZND 01 (1922)] I-7
tuinmuur gewiste muur: gǝwistǝ myr (Rosmeer) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
tuinwant haagmoffel: hoͅxmufələ (Rosmeer) wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)] III-1-3
tuit tuitel: tøͅtəl (Rosmeer) tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] III-2-1
tussenklauwontsteking slak: slęk (Rosmeer) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
twee centiem cent: ps. omgespeld volgens Frings.  sēͅnt (Rosmeer) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1