e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haring haring: heering (Rosmeer) haring [ZND 01 (1922)] III-2-3
hark, algemeen grondreek: grontrē̜k (Rosmeer), reek: rē̜k (Rosmeer) Gereedschap dat dient om uitgetrokken onkruid bijeen te trekken, afgevallen bladeren te verzamelen, de tuinpaden, het erf en het grind aan te harken, de grond fijn te maken, enz. Het bestaat uit een ijzeren kam van doorgaans ongeveer 30 cm breedte met korte licht gebogen tanden, bevestigd aan een lange steel. Bedoeld is hier het algemene stuk gereedschap dat met name in de moestuin en op het erf wordt gebruikt voor de vele boven opgesomde doeleinden. Specifieke harken met eigen benamingen komen in het lemma Bijzondere Harken aan bod. [N 18, 94; JG 1a, 1b, 2c; A 2, 44; A 28, 1a; A 34, 2a; L 1, a-m; L B2, 239; Lu 6, 1a; S 12; Gwn 8, 4; monogr.; add uit N 14, 97b; N 15, 4; N 18, 93 en 95; N J, 5] I-5
harken, werken met de hark reken: rē̜kǝ (Rosmeer) Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3] I-5
hars moemettenzeik: muemettezëek (Rosmeer) hars [ZND 01 (1922)] III-4-3
hart hart: hat (Rosmeer, ... ) Dat woord kwam uit zijn hart. [ZND 04 (1924)] || hart [ZND 01 (1922)] III-1-1
hartelijk goed: hebben: eerste e van franse mets  ze hebben os guud ontvange (Rosmeer), hartelijk: ze hébbe os hattlijk ontvāngen (Rosmeer) Ze hebben ons gul (hartelijk, vriendelijk, enz) ontvangen. [ZND 24 (1937)] III-3-1
haten haten: Tweeklank is zeer sterk.  hôete (Rosmeer) Haten. [ZND 01 (1922)] III-3-1
haverkist, hakselkist haverkist: [haver]kis (Rosmeer) De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6
hazelaar hazenotenboom: hôzenweutteboom (Rosmeer, ... ) hazelaar [ZND m] || hazelstruik [ZND 01 (1922)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: hôzenweutt (Rosmeer) hazelnoot [ZND 01 (1922)] III-4-3