e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wasmand lijnwaadsmand: lējvǝsmaŋ (Rotem), wasmand: wasmanj (Rotem) In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.] II-12
waterblaas waterblaas: watǝrblǭs (Rotem), wātǝrblø̄ǝs (Rotem) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdichte laars visbot: vesboͅtə (Rotem), waterdichte bot: waterdichte botte (Rotem) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterdorpel dorpel: dørpǝl (Rotem) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
waterketel, moor moor: mur (Rotem), mūər (Rotem), waterketel: wātərkītəl (Rotem) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterlossing graaf: grāf (Rotem), greppels: greppels (mv.) (Rotem) Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22] II-4
waterput gat: xa.t (Rotem), put: pøt (Rotem), pøͅt (Rotem), waterput: waterpøͅt (Rotem), wātərpøͅt (Rotem) [N 12 (1961)] [RND 08] [ZND 32 (1939)] I-7
waterring van de mijt oversteek: yvǝrstek (Rotem), sluitlaag: slūtlǭx (Rotem) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
waterspin waterspin: waterspin (Rotem) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
wbd: afzeggen ongeldig maken: ps. omgespeld volgens IPA.  ungeͅlʔeg māəkə (Rotem), terugtrekken: ps. omgespeld volgens Frings.  zex trøͅktrɛkə (Rotem) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1