e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rutten

Overzicht

Gevonden: 1154
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  zjaloers (Rutten) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jeneverbes kriek: -  krek (Rutten), krekə (Rutten) jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [ZND 49 (1958)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de vrucht [ZND 49 (1958)] III-4-3
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jooink (Rutten) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jooink (Rutten) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen piepjong: pīpjo.ŋk (Rutten) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen met vleugsel: mèt fløksəl (Rutten), stoppelen: stòpələ (Rutten) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong van een dier jong: jōŋk (Rutten) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong varken bag: bax (Rutten), báx (Rutten) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Rutten) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jood jood: ĕnè jŭt, twee jŭdde (Rutten, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3