e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beurse plek bluts: WLD  blutsj (Schaesberg) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
bevallen een kind het levenslicht schenken: ē kink ⁄t [lēͅvesleeg} schinken (Schaesberg) levenslicht [een kind het ~ schenken] [SGV (1914)] III-2-2
bevel bevel: bevel (Schaesberg, ... ), ⁄t beveeil (Schaesberg, ... ) bevel [SGV (1914)] || een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bevelen: beveeïle (Schaesberg, ... ) iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
beweeglijk rondlopen rondtoffelen: ronktoefele (Schaesberg) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewolking lucht: loch (Schaesberg) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bezem bezem: beͅsəm (Schaesberg), bɛsəm (Schaesberg) bezem [RND], [SGV (1914)] III-2-1
bezemsteel steel: štel (Schaesberg) bezemsteel [RND] III-2-1
bezoek bezoek: bezeuk (Schaesberg, ... ) bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: krankebezeuke (Schaesberg) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1